Klein maar fijn op Sardinië
De kleine en ondergewaardeerde onbekende provincie Medio Campidano
Medio Campidano is één van de vier “nieuwe” Sardijnse provincies. Medio Campidano is ontstaan uit de provincie Cagliari.
De provincie is vernoemd naar de grote laagvlakte die het grootste deel van het territorium bestrijkt; de Campidano. Hier ligt ook de kleine hoofdstad Sanluri. In het zuiden ligt de Minte Linas, die met zijn 1236 meter het hoogste punt van de provincie vormt, het gebied is uitgeroepen tot Parco Regionale del Monte Linas-Oridda-Marganai. Belangrijkste bezienswaardigheid van Medio Campidano zijn de Nuraghe van Su Nuraxí bij Barumini en de prachtige duinen die overlopen van de bergen in het strand.
Boottripjes en andere excursies
Reserveer nu vast en wees zeker van een ticket!
Meer en andere tripjes vind je hier
Onze ervaringen in deze kleine nieuwe provincie zijn beperkt tot het er een paar keer door heen rijden en een bezoek aan het Nuraghecomplex van Su Nuraxi in Barumini. Althans de eerst paar keren, we aren toch nieuwsgierig wat deze kleien provincie t bieden heeft. Zo hebben we ook een keer de verschillende mooie stranden bezocht. En dan zul je zeggen, die heb je toch overal ? Ja, klopt, maar niet zoals hier. Vaak verdwijnen de bergen op Sardinië de zee in zonder strand, of je hebt een leuke baai. Hier gaan de bergen op het laatst vaak over in duinen van tamelijk geel zand (veel mineralen) En dat maakt deze kustlijn – voor zover zichtbaar – heel anders dan de andere. Tel daar bij de restanten oude mijnbouw er nog bij op en deze streek is samen met het zuidelijke Sulcis (Carbonia en Iglesias) totaal anders! En deze kust wordt niet voor niks Costa Verde genoemd. De vele bossen doen de streek deze naam geven.
Doorheen rijden
Aangezien het om een kleine provincie gaat ontkom je niet – als je er doorheen rijdt – aan stadjes als Guspini, Arbus en Sanluri. De eerste 2 liggen net in de bergen. Als je vanuit het zuiden komt aanrijden zie je de dorpen en stadjes vaak mooi in het dal of tegen de berghellingen liggen. Altijd weer een mooi gezicht.
Sanluri ligt zo’n beetje aan de grote weg van Oristano naar Cagliari (2×2 baans!) in de vlakte. Het is het agrarische centrum van de streek, hoofdstad van deze provincie en heeft een mooi kasteel/burcht uit de 12 eeuw: Eleonora d’Abrorea
Guspini, Arbus en dorpjes als Villacidro zijn natuurlijk goed voor een kop koffie of zo en hebben ook nog vaak enige bezienswaardigheden:
- Guspini: een bijzondere basalt muur
- Arbus: mijnbouw
- Villacidro: een waterval: Sa Spendula
Nuraghi van Su Nuraxi
Isola dei Nuraghe wordt Sardinië vaak genoemd. En dan is dit complex het best bewaard gebleven vindplaats. Dat wil zeggen, grote vindplaats. Want her en der zijn er meer gave Nuraghes gevonden (en te bekijken) maar die bestaan vaak uit 1 of 2 torens. Dit is echt een complex, met 5 torens, waarvan 1 “verdedigingstoren”. En dan buiten de “burcht” nog enige andere bouwwerken.
Kortom liefhebbers van opgravingen, oudheden, archeologie ed kunnen hier hun hart ophalen. Voor de mensen die hier niet zo op zitten te wachten: toch even kijken: het is een MUST SEE. heb je deze gezien en je vindt het niks, dan hoef je de andere 250 ook niet te bekijken.
Er zijn meerdere mooie overblijfselen, maar van de ruim 7000 nuraghi zijn en nog maar een paar handen vol (ong 250) in redelijke bezoekbare conditie. De meeste zijn overwoekert door onkruid ed en is slechts een hoop stenen. Meer informatie over nuraghes vind je op Tharros.info
Su Naraxi lijkt in de verte ook op een hoop stenen, een hele grote hoop, dat wel. Maar als je het complex in gaat, zie je echt de verschillende “kamers” en torens.
De rondleiding werd gedaan door een Italiaanse gids die geen Engels sprak, al zijn er ook gidsen die Engels spreken. Je kreeg in ieder geval een Engelse tekst mee, zodat je onderweg ook begreep wat je zag. Het toeganskaartje was een trio-kaartje: deze archeologische vindplaats kon je er mee bezoeken, een museum in Barumini ‘Casa Zapata’ (dat deels over een oudheidkundige vindplaats is gebouwd) en een ander complex: Centro Culturale G. Lilliu.