Verrassend veelzijdig met schitterende natuur in de Nuoro
Nuoro is een van de acht provincies van de Italiaanse autonome regio Sardinië. De hoofdstad is de stad Nuoro.
De provincie Nuoro is met haar 164.260 inwoners op 3934 km² het dunst bevolkte en meest ongerepte gebied van Italië. De streek heeft een sterk landelijk karakter. Van industrialisatie is nauwelijks sprake. Belangrijkste toeristische trekkers zijn het massief van de Supramonte en Gennargentu en de prachtige kust nabij Cala Gonone. Het gebied gaat in het zuiden naadloos over in de provincie Ogliastra.
Nuoro stad
Met Cagliari voorop behoort Nuoro tot één van de 6 grotere steden van Sardinië; de andere zijn Sassari, Oristano, Olbia en Alghero. Brede lanen, stoplichten, buitenwijken, parkeergarage enz. een echte stad!
Nuoro, liggend aan de voet van de Monte Ortobene (995 meter hoog) kon ons niet echt bekoren. Een groot plein , een winkelstraat met hier en daar een paar zitjes. Een paar kerken, een kathedraal en museum, we hebben ze niet bezocht. Wel hebben we een lekkere kop cappuccino voor 0,90 euro gedronken en heerlijk Italiaans ijs gegeten; waar kan dat niet op Sardinië?
Wat wel erg mooi is, is de ligging van dit stadje: je hebt prachtige vergezichten en de wegen naar en van Nuoro zijn heerlijk om te rijden. Mooie uitzichten en in het voorjaar een prachtige bermflora.
Het voormalige herdersdorp is vooral een dorp gebleven met daaromheen industrie en hoogbouw. De mensen dragen hun geschiedenis met zich mee en daar merk je eigenlijk als toerist niet zoveel van. Er waren toch wel diverse toeristenbussen die aan de buitenkant parkeerden en waarvan een stroom aan mensen naar het grote plein sjokte. Toeristen die ongetwijfeld de high lights van dit stadje gingen bekijken.
Fonni
Deze paragraaf had net zo goed Tonara, Aritzo, Orani, Jerzu of Orgosolo kunnen heten. Het gaat hier om de dorpjes die we bezocht hebben/doorheen reden tijdens onze dagtochtjes rond het Gennargentu gebergte, Nuoro en in de mooie Provincia Ogliastra. Waarom?
Dit soort dorpjes lijken namelijk allemaal heel erg op elkaar. Er loopt een hoofdweg doorheen en zodra je hier een dwarsweg inslaat worden de straatjes zeer nauw. Je hebt het idee dat je je spiegels in moet trekken om niet de voordeuren van de huizen te beschadigen. Of andersom…
Een ander opvallend gegeven is dat in al die dorpjes huizen/gebouwen staan die op instorten staan. Gewoon midden tussen de andere huizen ineens een onbewoonbaar krot. Deze worden niet afgebroken ofzo, maar blijven dus gewoon staan. Er is zelfs een heel dorpje Gáiro (foto) dat ooit door een modderstroom is verwoest dat uitsluitend bestaat uit lege geraamtes van huizen en schuren. Haast luguber. Het dorpje is 2 km verderop herbouwd.
Dit soort dorpjes zijn er niet echt voor de toeristen. Soms zie je weleens een parasol met enkele stoel er om heen tussen wat geparkeerde auto’s staan, maar nauwelijks aantrekkelijk om daar eens lekker te gaan zitten genieten van een Cappuccino of Rosé.
In veel van die dorpjes is het zeker de moeite waard om eens op zoek te gaan naar de muurschilderingen. Heel veel huizen zijn voorzien van een muurschildering met diverse onderwerpen: religieuze, heldhaftige, maar ook bijvoorbeeld een geheel geschilderde huizenrij op een blinde muur of mensen geschilderd op een niet bestaand balkon. Heel fraai en we hebben er dan ook vele gefotografeerd en niet alleen in deze streek. Orgosolo is er bekend om, maar Fonni mag ook niet mopperen met een paar prachtige muurschilderingen.
Eh, is er dan verder nog iets bijzonders aan Fonni zelf? Ja, het is het hoogst gelegen
dorp (1000m) op Sardinië, dat betekent dat de eerste sneeuwmeldingen in de “bewoonde wereld” ook daar vandaan komen. Soms al in november.
NB Sinds 2018 is deze omgeving ook bekend door het dorp Ollolai via het 1 euro huizenproject, opgenomen door RTL. Lees hier de rondleiding in dit gebied.
Orosei
Wat een verademing toen we in Orosei aankwamen na ons bezoek aan Nuoro en de passages van vele dorpjes in de bergen en heuvels. Een dorpje met centraal een gezellig pleintje, waar je lekker onder de (palm-)bomen kan zitten of je te goed doen aan een lekkere Sardijnse maaltijd of wijntje. Zo rustiek en fraai hadden we het nog niet gezien, ook de provincie hoofdstad Nuoro (althans het centrum) kan daar niet aan tippen. We hebben dit pleintje dan ook in onze volgende bezoeken vaak aangedaan.
Behalve dat er een vredig pleintje was, waren de straatjes in authentieke sferen gebracht, je kon daar leuk wandelen en zo her en der een leuke kiek maken. Oude huizen en barokke en middeleeuwse gebouwen lagen fotogeniek op de toeristen te wachten. Nee, niet dat wij er over de toeristen struikelden of zo hoor, want je kon wel fotograferen zonder mensen er op.
Buiten Orosei was er ook een haven en strand met een parkeerplaats die ook deed vermoeden dat het hier ’s zomers best gezellig druk kan zijn. In mei hadden wij de keuze uit alle parkeerplaatsen, in de zomer bleek het inderdaad zoeken geblazen. Vanuit de haven worden boottochten georganiseerd naar grotten en stranden die onbereikbaar zijn via het land, nabij Cala Gonone.
Cala Gonone
Al meerdere keren stond een boottocht langs de kust bij Cala Gonone tijdens verschillende vakanties op het programma. En nu kwam het er dus van. Het stadje zelf, dat achter een bergrug ligt, is te bereiken via een tunnel en slingerweg vanaf de SS125 naar beneden. Meerdere keren hebben we de haarspeldbochten al genomen. Ditmaal om daadwerkelijk een boottocht maken. Je kunt dat op 3 manieren doen:
- Grote rondvaartboot
- Kleine boot met gids
- Boot zonder gids
Wij kozen voor de middelste optie. Maar het woord ‘gids’ vind ik wel erg overdreven, Het was een Italiaan die geen Engels sprak en het enige dat hij deed was de boot besturen en zo af en toe opnoemen wat wij al op het kaartje hadden gezien, dat eraan zat te komen. Kortom: zo’n gids heb je niet echt nodig. Ga je zonder gids dan kun je dus een zodiac achtige boot huren en als je je dan even goed voorbereid op wat er allemaal te zien is dan heb je die gids niet nodig en je het een werelddag!
Voor wat betreft het licht, is het handig eerst maar wat naar het zuiden te varen en nog niet te veel en te lang “te blijven hangen” bij de verschillende locaties, als grotten, bergwanden, kliffen en strandjes. Omwille van dit licht, kun je namelijk op de heenreis alles mooi met de zon fotograferen, terwijl later op de dag de schaduw over het water valt. De rotswanden zijn soms honderden meters hoog!
Regelmatig werden we een uurtje gedropt op een strandje of gewoon ergens waar we wilden zwemmen. Eigenlijk wilden we overal wel zwemmen, maar dan kom je natuurlijk nergens. Het komen en gaan van allerlei soorten boten is op zich al een circus waar je je de hele dag mee zou kunnen vermaken. Maar er was meer te doen:
- grotten, spelonken, bergbeklimmers aanschouwen,
- springen van rotsen,
- luieren en lezen,
- fotograferen van natuurschoon of elkaar in honderdduizend poses waar het heldere water en witte zand zich natuurlijk prima voor leent!
Genietend van het intens blauwe water, de heerlijke zon, gezellige mensen en al het moois dat zich aan de boot voorbij trok, kunnen we niet anders concluderen dat het een succes was. Hoewel: die verlaten strandjes die je alleen maar per boot kunt bereiken, bleken massaal bezocht te worden. Dus wil je echt verlaten strandjes, vaar dan of iets verder door, of ga in voor- of naseizoen, dan maak je een betere kans.
Dan nog even deze tip. De boten/rondvaarten kun je bij meer dan een tiental aanbieders doen. Maar zorg wel dat je voor 10.00 uur in de haven van Cala Gonone bent, want anders zijn in het hoogseizoen alle boten vol, vertrokken of verhuurd.
Misschien ook wel leuk om een paar dagen op de camping van Gala Gonone te staan, kun je het allemaal op je gemak bekijken en uitzoeken!
Oja, ijs eten is een favoriete hobby van ons, en als dat ook die van jou is, dan kan dat hier ok op meerdere plekken!
Golo di Gorropu
In het Noordoostelijke gedeelte van het Gannergentugebergte – de Supramonte – vind je een kloof met wanden van wel 500 meter hoog. Tenminste als je de weg er naar toe kunt vinden. Ik zelf heb hem gevonden via de ingang bij Dorgali net even voorbij de afslag naar Cala Gonone, rechtsaf naar beneden (staat een bordje!) en dan 10 km door een dal, met heel veel kleine wijngaarden. Aan het einde van het dal parkeer je dan je auto bij de brug of even er voorbij op een soort parkeerterreintje annex picknick plaats. De andere mogelijkheid om naar de koof te gaan ligt een 15 km zuidelijker. Hier staat een informatiegebouwtje bij weg alwaar je naar beneden kunt wandelen. Dit schijnt vrij steil te zijn! (en je moet het dus ook weer omhoog!)
Na ongeveer 1.30 – 2.00 uur ben je bij de ingang van de kloof bij een heuse TICKET-verkoop. Niet wordt daar alleen een ticket afgegeven, maar je krijgt ook een helm mee. Dat schijnt geen overbodige luxe te zijn, omdat er bij de overhangende wanden nog wel eens brokstukken naar beneden kunnen vallen.
Het mooiste gedeelte heb je in 20 minuten bereikt, althans als je de rode stippen op de juiste manier volgt. Daarna kun je nog veeeeeel verder aldus de dame bij de ticketverkoop, die uitleg gaf over de tocht met een fotoboek en plattegrond in haar handen.
Het grootste gedeelte valt alleen maar af te leggen als je goede klimuitrusting hebt. Maar gelukkig is het mooiste gedeelte redelijk goed bereikbaar en kun je je vergapen aan de intense en verschillende kleuren van de rotswanden en rotsblokken, aan een bron waarvan het water drinkbaar schijnt te zijn en van bovenaf naar beneden valt en natuurlijk ook het bijzondere plantje (varenachtige?) dat alleen in deze kloof schijnt te leven.
Mensen met zwakke knieën raad ik wel aan wandelstokken te gebruiken! Na weer heel wat foto’s en 2 liter water pp minder in de rugzak waren we weer terug bij de auto. Een erg mooie ervaring rijker: een aanrader dus!
Marmergroeve in de Nuoro
Even buiten Orosei – op de weg naar Dorgali (125) – reden we langs een grote marmergroeve. Deze weg – de SS125 – wordt ook wel Oriëntale Sarda genoemd. Op verschillende delen wordt er een nieuwe weg naast de oude aangelegd. De nieuwe weg wordt aangeduid met Nuovo en de oude met EX.
We waren er niet naar op zoek, maar tijdens één van onze rondritten reden we ineens langs een reusachtige marmergroeve langs de weg van Orosei naar Dorgali. Gigantische blokken marmer worden daar uit de bergen gehakt/gezaagd(?) en op grote diepladers getakeld om vervolgens uit de “pit” naar boven te worden gereden. Het was er wel een stoffige bedoening. Het bleek het hart te zijn van de marmerindustrie. In meerdere groeves werd er oa marmer gedolven. Het lijkt wel of de activiteiten daar elk jaar worden uitgebreid, of lijkt dat maar zo?
Sardinië heeft meer mijnbouwachtige activiteiten, zoals de zilvermijnen die nu of uitgeput zijn of te onrendabel zijn om te mijnen. We zijn bij zo’n ‘spookstadmijn’ geweest in Argentiera (nabij Alghero). Meerdere mijnen zijn te vinden in het zuidwesten in de Carbonia-Iglesias.