Rondleiding tijdens rondreis Sardinië
In een rustig tempo rijden we naar Toulon, de haven waar de veerboot van Corsica&Sardinia-Ferries ons naar Sardinië moet brengen. We komen rond 18.00 uur aan op camping Port des Vosges, want we doen twee dagen over de heenreis. Daar staan meer Nederlanders en eigenlijk alleen maar campers of caravans.
Prima nacht en de volgende dag weer door, na 2 croissantjes te hebben verorberd en een kop koffie. Brood gehaald bij de boulanger en de snelweg weer op. Door Lyon heen, ging prima. Files voor Toulon ivm een ongeluk. Maar om 18.00 uur zijn we in de haven. We kunnen nog niet het haventerrein op, dus eten we een hapje op de boulevard van Toulon en zitten toevalligerwijs naast een Nederlandse en een Sardijn die een B&B hebben in Alghero, althans in de buurt van Camping Porticciolo: Lumo. Na een Ichnusa biertje en wat eten gaan we de hut in om te slapen. Voordeel ook van een hut is natuurlijk eigen sanitair.
Om 5.30 uur gaat de wekker. Want om kwart voor 7 zal de boot in Porto Torres aanmeren. Dat laatste klopt precies, maar we hadden genoeg tijd voor een ontbijtje. Het is koud als we de boot afgaan, zo’n 5 graden, maar dat wordt al snel warmer, het zonnetje schijnt. We rijden naar het oosten via Oschiri (Altare aldaar bekeken) naar Berchidda leuk dorpje, cappuccino gedronken. Toen verder langs het vliegveld van Olbia zodat we konden zien waar we precies onze vrienden moeten ophalen als ze volgende ochtend aankomen. Dan richting het zuiden in Porto San Paola even naar de supermarkt voor water, wijn en bier. En dan nog net voor 12 uur Camping Cala Cavallo op. (veel campingrecepties zijn ’tussen de middag’ gesloten) Daar waren we eens een keertje eerder geweest. Een prima camper gedeelte waar we met 2 andere VW–busjes en nog een grotere camper stonden. De middag vliegt om met lekker niks doen, het zwembad is nog dicht zoals op zoveel campings die al open zijn.
De eerste week op Sardinië
Zondag 1 mei

Het voordeel van deze camping is dat je er vandaan kan wanneer je wilt. En dat is nodig want we moeten al vroeg op het vliegveld zijn om onze vrienden op te halen die om 7.45 uur gaan landen (ze vliegen met Transavia). Ongelooflijk maar om 8.05 zaten ze in onze VW-bus voor een rondleiding op Sardinië. We gaan via de SS729 naar Alghero.
Een kwartiertje later koffie drinken in Berchidda met een heerlijk pistache croissants en donut. Toen door naar Altare Rupestre di Santo Stefano in Oschiri. Even in niemandsland rondlopen in dan al 17 graden.

Vervolgens kwam DE kerk aan de beurt. We hebben hem zelfs van binnen gezien. Er was ook best al wat volk zo rond half 11. DE KERK, met hoofdletters dus, vind je nabij (20 km ZO, aan de SS597) de stad Sassari in het dal van de Riu Murroni van het dorpje Codrongianus. De zwart-wit gestreepte Santissima Trinita di Saccargia zie je al van verre liggen. Het romaans-pisaanse bouwwerk uit de 12 eeuw heeft een klokkentoren van ruim 40 meter.
Daarna het laatste stuk naar Alghero, parkeren op het grote parkeerterrein bij de boulevard en haven, dat best al aardig vol was. En dan voor de 1e keer naar Milese de beste focaccia halen die er bestaat. Lekker op een bankje opgegeten. Vervolgens een kleine tour door de stad en toen inchecken bij kamerverhuurder Butterfly. Giuseppe is heel vriendelijk. Mooie kamers, prima douche en wifi.
Na een korte opfris pauze door de oude binnenstad geslenterd en op Plaza Civica een apperol/biertje gedronken, we besluiten ook hier bij de naast gelegen tent een pizza te eten. Lekker maar niet bijzonder.
De eerste indrukken van deze lange dag zijn geweldig, dus we hebben zin in morgen!
Maandag 2mei

Om 9 uur ontbijt bij de eerste tent op de Via Garibaldi die we vanuit Butterfly tegen komen. Hij zit ook op het rijtje van Milese. Wat croissants en cappuccino. Vervolgens focaccia’s gekocht bij Milese om later te lunch picknicken nabij Capo Caccia. We maken ons daarna op voor de boottocht naar Grotto di Nettuno. Helemaal vlak is de zee niet, de boot vaart vlak langs de prachtige kaap aangelicht door de dan al warme zon. We arriveren bij de grot aan de ‘achterkant’ en de loopplank wordt uitgeschoven. Het is flink wiebelen geblazen maar we komen heelhuids aan in de grot, samen met de mensen die van de trap (ruim 600 treden) af zijn gekomen en uit een andere boot. Met al die mensen (minstens 100) gingen we de druipsteen grot in die bestaat uit 1 hele grote kamer. Wel even een mondkapje op doen, hoewel ook hier op Sardinië veel maatregelen per 1 mei zijn afgeschaft. Hij is zeker mooi, maar het is file lopen, het Italiaans is voor ons niet te volgen en het Engels is met een dusdanig accent gesproken in een galmende grot dat dat niet te verstaan was. Maar goed, prachtig half uurtje dus.
Terugvaren en dan zie je dus in de verte de kustlijn, de diverse strandjes en duinen en natuurlijk doemt dan weer Alghero op. We hebben trek in de focaccia’s en we rijden met onze VW bus richting de Capo Caccia, onderweg hier en daar stoppen en uitstappen, fotootje en weer door. Op het panoramische punt eten wij op de hoge klif onze heerlijke focaccia’s in een graadje of 20 met een heerlijke zon en lekker windje.
We rijden via Porticciolo (mooie baai en camping) door de binnenlanden terug en gaan weer heerlijk borrelen in Alghero boven op ‘de muur’ met uitzicht over de haven. We gaan eten bij Mulino Vecchio, onze favoriet in Alghero.
Dinsdag 3 mei
Een lange tocht richting het zuiden staat op het programma. Dus wat vroeger ontbijten bij dezelfde tent en nog voor 9 uur zitten we in de bus. Eerste doel is Bosa die we via de prachtige kustweg SP105 bereiken. Uiteraard bloeit de brem weer volop net als andere lentebloeiers die dan ook regelmatig op de kiek gaan.

Bosa: eerst even richting Castellum, maar we gaan niet helemaal omhoog, wel natuurlijk de foto’s van de daken en de gekleurde muren van de oude stad. Dan terug naar de oude stad zelf, parkeren bij het plein en dan een cappuccino. Nog even naar de oude brug over de Temo, wat oude straatjes door lopen en dan weer de auto in voor de volgende stop.
Die stop zou een waterval zijn die in zee ‘valt’. Helaas kunnen we niet echt dichtbij komen bij de waterval nabij Cuglieri en nadat een van ons languit in de prikkels viel aan de rand van een afgrond besloten we om de zoektocht naar deze waterval (waar waarschijnlijk toch geen of nauwelijks water in zou staan) op te geven. We hebben meer te doen en natuurlijk de ‘wonden likken’.

We gaan naar de Boog van Archittu, voordat we die gaan bekijken eten we een heerlijke salade op een mooi terras. Dan is een bezoekje aan de boog zelf aan de beurt. Het is heerlijk weer en de boog ligt er rustig bij Er zijn nauwelijks andere mensen. Sowieso is het rustig op het eiland, hoewel je zeker ook Nederlands hoort praten zo af en toe.
Na de boog rijden we nog wat verder naar het zuiden. Richting Tharros, Dit is een van de belangrijkste archeologische en historische vindplaatsen van Sardinië met overblijfselen van meerdere culturen. Hier hebben we helaas geen tijd meer voor. Het loopt al tegen 5 uur. De bedoeling was de verschillende landschappen van Sardinië te zien en dat lukt, zeker toen we ook nog langs de rijstvelden reden, die net onder water werden gezet. Verder was het ook de bedoeling nog wat flamingo’s te scoren bij de stagni (brakwatermeren), maar helaas, die lieten zich hier niet zien.
We rijden via een stuk snelweg (SS131/E25) weer terug naar Alghero. Wat hebben we weer veel gezien. En wat zit de stemming er goed in, zeker tijdens de navigatie discussies, maar we rijden ook weer door het prachtige binnenland over wegen waar we nog nooit eerder waren geweest.
We zijn moe en willen niet te lang zoeken naar een eettent en het wordt dan ook een andere eettent op Plaza Civica. De twee eettenten op de Plaza Civica hebben lekker pizza’s hoor, maar halen het echt niet vergeleken met die van Vecchio Mulino, die op dinsdag dicht is.
Woensdag 4 mei
We slapen een beetje uit en het ontbijt wordt dan ook meer een brunch. We kopen natuurlijk weer focaccia’s bij Milese en stappen in de bus voor een ritje naar het noorden. Eerst het mijnbouwstadje Argentiera waar wij op het strandje onze focaccia’s nuttigen. Daarna gaan we door naar Stintino. Prachtig blauw water bij het strandje van Pelosa natuurlijk, heel rustig en een kop cappuccino gaat er daar wel in. Dan nog even zien of er flamingo’s zijn bij de poelen tussen het witte kiezelstrand (Saline) en de kust. En ja, een paar flamingo’s wilden ons wel ter wille zijn en lieten zich in de verte zien.

Tijd voor de terugtocht en in Alghero gaan we weer op de muur met uitzicht over de haven een lekker drankje doen. De heren bier en de dames een heerlijke alcoholvrije cocktail. Rustig aan nu, want om 20.00 uur eerst 2 minuten stil i.v.m. Dodenherdenking. Daarna naar Vecchio Mulino. We eten er heerlijk en drinken een vermentino met een kreeft op het etiket (Aragosta). We hebben trouwens op onze rit van vandaag veel wijngaarden gezien, o.a die van Sella et Mosca en Santa Maria La Palma.
Donderdag 5 mei
We gaan verkassen en er is ander weer op komst. Hadden we tot nu toe veel zon een temperaturen boven de 20 graden, de omslag betekende donkere luchten met regen en temperaturen net onder de 20 graden.

We rijden via Castelsardo richting Lu Salconi, nadat we voor de laatste keer hebben ontbeten bij ‘onze’ ontbijttent. We besluiten niet naar de oude bovenstad te gaan, maar drinken een koffie ‘aan de voet’ van het vestingsdorp. En we gaan weer verder. Uiteraard zijn we dicht bij de Olifant, dus die wordt nog snel even op de foto gezet en dan snel terug in de bus, want regen, wind en kou worden steeds duidelijker. De laatste focaccia’s die we ’s morgens nog bij Milese gekocht hadden, moeten natuurlijk nog wel gegeten worden. Dat doen we bij Isola Rossa, gelukkig is het droog. Prachtige rode rotsen en een roodachtig eiland.
Via een smalle binnendoor weg rijden we naar Rurale Lu Salconi in Bassacutena waar Federica ons verwelkomt met een cappuccino. Wat een feest om hier weer te zijn. Echter de zon laat zich ook hier niet zien. Het wordt grijzer en grijzer. We eten heerlijk binnen met een aperitief, vermentino, pasta gerecht, vlees gerecht met aubergine en courgette. En een toetje, de bekende kaas in deeg in de frituur gebakken en dan honing er over. We sluiten af met een mirto zoals het hoort.
Al met al weer een lange mooie tocht met prachtige landschappen. We liggen op tijd in bed en horen ’s nachts de regen vallen.
Vrijdag 6 mei
Het ontbijt is lekker en er is van alles wat, dus al met al een goede start. Behalve als we naar buiten kijken waar het onophoudelijk hoost en hard waait. We gaan lekker lezen, filmpje kijken of dit verslag schrijven. En zowaar rond 1 uur zien we een soort waterig zonnetje verschijnen. Zou het dan toch nog….. Dan komt Federica met een leuk voorstel: of we zin hebben in een workshop pasta maken….
Dat laten we ons geen twee keer zeggen en we gaan aan de slag met deeg en vormpjes. Dat valt nog niet mee om ze allemaal gelijkvormig te krijgen, maar het is leuk en Federica vertelt er veel om heen. Ze spreekt prima Engels , dus dat is fijn, want ons Italiaans bestaat uit minder dan 20 woorden.
Uiteraard moet de zelf gemaakte pasta ’s avond ook opgegeten worden en het smaakt heerlijk, maar dat komt vooral door de kookkunst van Federica.
Zaterdag 7 mei
De laatste dag voor onze vrienden hier op Sardinië. Maar wel een hele dag, want ze vliegen pas om 20.00 uur met EasyJet weer terug.

We laten ze vanuit verschillende panoramische uitkijkpunten de Maddalena Archipel zien. Een van de meest bijzondere uitkijkpunten ligt toch wel tussen de poten van de beer. Capo ‘d Orso wordt deze rots genoemd en we beklimmen de rots met al zijn mooie vormen in de ochtend nadat we afscheid hebben genomen van Federica en haar familie. We hebben genoten. Vervolgens rijden wij verder nog door diverse dorpen richting het zuiden. Rijden Olbia vast voorbij, dan zitten we aan de goede kant van de de stad ivm het vliegveld. Rijden langs de de tafelberg: Tavolara om vervolgens in San Teodoro een laatste borrel te nuttigen. In de zomer een hartstikke druk en toeristisch dorp, in mei nog rustig met vooral Sardijnen die hier een drankje komen halen.
En dan wordt het toch tijd onze vrienden af te zetten bij het vliegveld. Het was een mooi avontuur: 6 nachten, maar wel 7 volle dagen genieten van een prachtig eiland, een kennismaking die vervolg zal hebben, verzekerden ze ons.
Wij gaan opzoek naar onze kamer (Casa Lucia) die we hadden besproken in Olbia, 20 minuten lopen van het centrum. Dat wil zeggen een lange straat met winkels en terrasjes die van de haven naar het midden loopt. We waren nog nooit in Olbia zelf geweest, maar dit is toch wel een gezellige straat. Dus we eten hier op een van de terrasjes en slenteren weer terug naar onze prima kamer. Ook wij hebben een mooie week achter de rug.
NB: deze pagina helpt je om excursies en boottochtje al van te voren te boeken. Hoef je niet in de rij te staan en je weet dat je mee kan, want vol is vol:
De tweede week op Sardinië
Zondag 8 mei

Maar we zijn nog niet klaar, want deze morgen halen we weer een bevriend stel op bij de luchthaven en ook zij zijn lekker vroeg en stappen om 8.10 in ons busje. Een nieuwe week, maar nu met een wat andere route.
We beginnen met hen waar we met onze andere vrienden eindigden namelijk met een ontbijt in San Teodoro, nadat we eerst even bij de Tafelberg zijn uitgestapt, om te genieten van de vroege ochtendzon en het uitzicht. We rijden dus richting het zuiden met als eerste doel Orosei. En het weer is helemaal opgeknapt. Onderweg doen we nog even Posada aan. Drinken nog een kop koffie in de eeuwenoude binnenstad bij vrienden van ons: 100×100 Sardinia en kopen nog een lekkere worst voor onderweg. (zoek je hier in de buurt een leuk B&B dan is B&B Eleonora D’Arborea een aanrader en niet alleen omdat het onze vrienden zijn)
We laten hen nog wat kustdorpjes zien en stappen hier en daar uit. Bij Capo Comino stoppen we wat langer. Het super witte duinachtige strand met ook veel bergen wier wekt verbazing.
Bij Sos Alinos rijden weer even naar de kust (Cala Liberotto) op zoek naar een lunchtent en dat lukt natuurlijk.
Tijd om eens te kijken waar ons B&B ligt. In de oude binnenstad van Orosei ligt B&B Sa Domo de sos Massaios. De plaatjes en reviews beloofden veel, en inderdaad een prachtig en heerlijk B&B, waarbij we ’s morgens getrakteerd werden op een zeeeeeer uitgebreid ontbijt. Buitengewoon vriendelijke mensen ook weer. Omdat het nu niet druk was, was het parkeren ook geen probleem. Na het inchecken maakten we een looptoertje door de oude binnenstad om vervolgens op een terrasje een drankje te doen. Dan nog even opfrissen en op zoek naar een van de tips die we hebben gekregen om te gaan eten: Trattoria Pizzeria Villa Fumosa. Hoewel nagenoeg iedereen (Sardijnen!) binnen zat onder de TL-verlichting aten wij heerlijk buiten, wel met een dik vest aan, want het was al wat frisjes zo ’s avonds om 20.00 uur. Een super lekker pasta en nog een pizza, duidelijk te veel. En ook onze vrienden genoten van de Sardijnse vermentino.
Maandag 9 mei
We moesten vroeg op, want we wilden de eerste rondleiding in de grot van 10.00 uur halen. Maar dat neemt niet weg dat we ons het ontbijt heel goed lieten smaken. Op naar Cala Gonone via de SS125. Eerst zien we nog links en rechts de enorme marmer- en steengroeves. Maar voor we Cala Gonone bereiken via de hoofdweg SS125 slaan we links af richting Grotta di Ispinigoli. Zij claimen daar de grootste stalactiet te hebben van Europa. Die wilden we wel zien en dus stonden we precies op tijd bij de ingang voor een rondleiding. Deze grot heeft maar 1 kamer en is dus in een half uurtje te bekijken met de gids. Nu niet met honderd man de onverstaanbare gids volgen, maar een goed Engels sprekende dame die een klein groepje van nog geen 10 man door de grot leidde. We kregen op de koop toe nog een gratis kaartje voor een museum in Dorgali.
Na dat bezoekje daalden we letterlijk af naar Cala Gonone, via een prachtige zeer panoramische slingerweg. Vanuit dit dorp kun je met een rondvaart of eigen boot de kust verkennen, die bestaat uit tientallen km hoge kliffen en kleine zandbaaitjes. Wereldberoemd op Sardinië. We besloten dit niet te doen ivm de tijd die dit innam en maakten een wandeling op het eerste strand Spaggia Palmasera om vervolgens weer naar het dorp te lopen en daar van een heerlijke lunch en ijscoupe te genieten.
En we gaan weer door om het rondje af te maken naar Dorgali. Na wat omzwervingen door de stad waar wij zelf niet zoveel aan vinden, komen we toch bij het museum, dat pas om 16.00 uur open gaat. Ok, het is een klein museum en na een half uurtje staan we weer buiten. Aardig, maar geen ‘must see’ is onze conclusie. Dan weer door: we hadden nog de vindplaats van enige nuraghi op het lijstje staan: Villaggio Nuragico di Serra Orrios. Wil je wat van de geschiedenis weten/voelen/meemaken dan is zo’n vindplaats juist weer wel een ‘must see’. We hebben hier ook een uurtje rondgelopen tussen de eeuwenoude indrukwekkende stenen overblijfselen.
Via wederom een heel ander type landschap keerden wij weer terug naar Orosei (terrasje!). We hadden voor de avondmaaltijd gereserveerd bij een andere tip, nl Pasta&Pasta. Hier moesten we wel binnen eten, maar dat gaf niet. De pasta was werkelijk overheerlijk, we gaan hier vast nog een keertje eten als we in Orosei zijn!

Dinsdag 10 mei
Tijd om onze gastheer en dame gedag te zeggen. We gaan verhuizen naar het binnenland. We hadden de route zorgvuldig uitgekozen, zodat we veel van de natuur en het landschap zouden zien. Maar vooral ook omdat we muurschilderingen wilden zien (murales). Dat kan in heel veel dorpen, maar Orgosolo is daar wel heel bekend om. Dus via de SP49 naar Oliena en dan door naar Orgosolo. Wel jammer dat veel schilderingen toe waren aan restauratie en dat er vaak een auto oid geparkeerd stond voor de schilderingen. Maar goed, je kreeg toch wel een aardige indruk van het soort schilderingen die hier te zien zijn. En een kop koffie moet natuurlijk ook even genuttigd worden op een terrasje.
Na een kleine 2 uur vertrokken we weer door de bergen naar richting Aritzo alwaar we de SP8 namen richting ons hotel dat net voor Seulo ligt. Een klein landelijk familiehotel en dan bedoel ik gerund door een familie. Prima kamers, net gerenoveerd, met heerlijk uitzicht. Hotel Miramonti Seulo Turismo Rurale. Ook dit onderkomen is weer een schot in de roos. Voor de Sardijnen was het was frisjes met 20 graden, dus er brandde een houtvuur binnen. Wij waren na zo’n bergrit wel toe aan een biertje en een wijntje.
Uiteraard, want we hadden dit hotel niet voor niks gekozen, deden we mee met het avondeten. Wat de pot schaft dus. En dat was lekker. Het een iets lekkerder dan het ander, maar echt allemaal Sardijnse gerechten, vers van het land.
Woensdag 11 mei
Wil je echt een groot nuraghe complex zien, dan moet je naar Barumini. En dat deden we dus ook. Wederom via bergachtige wegen naar juist weer vlakke wegen rondom Barumini. We kwamen aan bij het complex op de SP5: Su Nuraxi di Barumini.


Het was wel even wachten voor dat de volgende rondleiding vertrok, maar dat was wel de moeite waard gezien het onberispelijke Engels dat de gids sprak en de uitleg die hij gaf. Vind je deze vindplaats helemaal niks, dan hoef je de andere nuraghi ook niet te bekijken, vind je dit geweldig, dan heb je er nog een paar voor de boeg. Maar voor de geschiedenis van het eiland is het toch wel een ‘must’. Op hetzelfde ticket konden we ook nog naar het nabij gelegen museum, hetgeen we deden. Hadden we in een half uurtje ook weer gezien. (geen ‘must see’ wat mij betreft) Overigens in de buurt is ook nog een miniatuur-Sardinië gebouwd naast een dinopark. We zijn er (nog) niet geweest.
Op de terugweg deden we nog even Sadali aan. We probeerden iets te vragen aan een oude vriendelijke Sardijn, maar die begreep ons niet helemaal, en wij hem niet. Het had wel als resultaat dat hij liet zien hoe hij ricotta maakte in een oude schuur, we konden ook nog proeven. Dat zijn van die onverwachte leuke verrassingen. Hij vertelde ook dat er een Nederlandse acteur in Sadali woonde, wijzend naar de richting waar dat zou moeten zijn. Nee, een naam wist hij niet, wij ook niet.
Wat niet een verrassing was, was het niet vinden van een waterval. Op de bordjes stond goed aangeven waar (en dat is al een wonder op Sardinië), maar het addertje onder het gras was de km aanduiding. Nog 4 km… nog 2 km….. en toen waren we bij het begin van van een zeer steile afdaling, die ook weer 1 km duurde. Dat was te gortig, dus we zijn teruggekeerd. De Cascata Sa Stiddiosa moeten we voor een andere keer bewaren als we onze bergschoenen bij ons hebben en veel drinkwater. Er was overigens nog meer in de buurt van ons hotel dat we niet konden vinden, diverse Piscines (waterbekken in rivier) en een eeuwen oude olijfboom.
Na nog een wandeling in de buurt van het hotel, een aperitiefje gingen we weer aan tafel. Weer vol met Sardijnse gerechten. Unaniem vonden we de gerechten van de 2e avond lekkerder dan de eerste. Trouwens het ontbijt was ook zeer goed verzorgd.
Donderdag 12 mei

Er stond ons een lange en mooie rit te wachten. En na ons heerlijke ontbijt stapten we dus al weer vroeg in de VW-bus met als einddoel Alghero. Via allerlei kronkelige bergweggetjes eerst op weg naar het vlakke Oristano. Nadat we de rijstvelden hadden doorkruist gingen we koffie drinken op het strand bij Torregrande . Daarna naar Cabras om in het kleine museum ‘Museo Civico Giovanni Marongiu’ aldaar de Reuzen te bekijken. Beelden die recent zijn opgegraven en een andere kijk geven op de geschiedenis van Saridnië en wellicht het halve Middellandse Zee gebied. Men is nog steeds bezig op deze vindplaats om te zoeken naar archeologische vondsten. Het is een klein museum, dus na een half uurtje waren we er weer doorheen en hadden we weer wat geleerd.
Rond de stagni (brakwater meren) van Oristano gereden om flamingo’s te spotten, maar die lieten zich ook nu niet zien.Even de afslag naar Spiaggia di Is Arutas genomen en over het schitterende kwartszand gelopen. Meenemen mag niet, daar staat een flinke boete op.
Dus dan naar het noorden waar we ook aan deze vrienden tijdens lunchtijd de boog van Archittu lieten zien. De lunch nu in een andere tent genoten, en dat was genieten, met natuurlijk prachtig uitzicht op de markante rotspartijen aldaar.
Verder door naar het noorden, we reden nu omgekeerd aan wat we in de eerste week deden, richting Bosa. Ook nu uitstappen voor een ijsje en wat rondlopen in het centrum en langs de rivier.
En nadat we de prachtige SP105 hadden afgereden, arriveerden we in Alghero. We hadden nu kamers bijna recht boven Milese. Netje en vooral handig. Parkeerruimte is er nog zat in het voor- en naseizoen. Snel de kamer van Dolce Vita Suite in, even opfrissen en naar het terras. We waren aardig gaar.
Onze vrienden waren natuurlijk benieuwd naar Mulino Vecchio. dus dat was de eetgelegenheid voor die avond, en daar was weer helemaal niets mis mee.
Vrijdag 13 mei

Nadat we ontbeten hadden bij een van de eetcafe’s onder ons appartement, haalden we uiteraard eerst de focaccia’s op bij Milese voor onze picknick lunch. We maakten eenzelfde soort rondje als we deden in de vorige week Capo Caccia, Porticciolo, Argentiera, Stintino en via de landerijen weer terug naar Alghero. De focaccia’s smaakten heerlijk op het strand van Argentiera en zowaar zwommen we nog even in het nog wel erg koude, maar heldere ‘blauwe’ water bij Stintino. Op voorstel van onze vrienden aten we weer bij Mulino Vecchio, maar dan met een dubbele portie ravioli.
Zaterdag 14 mei
En dan breekt de laatste dag al weer aan voor onze vrienden. Maar wel weer een lange, ook zij vliegen ’s avonds pas weer terug. We doen niet moeilijk en maken dezelfde tour als dat we vorige week naar Lu Salconi deden, met dien verstande dat we doorrijden naar eerste het noordelijkste puntje Santa Teresa Gallura (alwaar we met uitzicht op Corsica een drankje doen) en vervolgens naar het zuiden, net voorbij Olbia: Porto San Paola. Een laatste borrel. En nadat wij hen op het vliegtuig hadden gezet, verkasten we naar camping Cala Cavallo, daar waar we begonnen, zullen we nu ook eindigen. Want de volgende dag wacht de veerboot die ons naar Savona zou brengen.
Wij en onze vrienden kijken terug op een heerlijke 2 weken, veel gezien, veel genoten, en daar gaat het om. ‘Rondleiding is natuurlijk te veel gezegd. Immers je kunt zo’n groot eiland niet in 2 weken doen. Maar zij en wij hebben weer prachtige dingen gezien, gedaan en gegeten.