Reisverslag 10 dagen Sardinië
Dit ‘reisverslag Sardinië mei’ is een verslag van een rondreis op het eiland. Elk jaar checken we of de informatie nog klopt, zodat jullie zelf ook deze reis kunnen maken. Hoewel dit een rondreis waarbij we overnachten in verschillende accommodaties, kun je er ook een kampeerrondreis van maken! Op deze pagina van Sardinië-info vind je onze ervaringen betreft campings op Sardinië. En ‘we’ moet zijn ‘ik’, want ik (Wilbert) heb deze reis alleen gemaakt.
Start in Alghero
Donderdag 16 mei
Of ik het mooie weer wil meenemen, sms-t een vriend vanuit Alghero. Het regent hier in Holland pijpenstelen, het is koud en het lijkt niet beter te worden. Dat geldt ten dele ook voor Alghero kennelijk, echter daar is het 20 graden in de regen en hier 12. Met het idee ‘morgen wordt het beter’ het openbaar vervoer in gestapt die me vervolgens op tijd op de luchthaven afzette. Het vliegtuig vertrok op tijd: 17.00 uur. Ik had een VW-polo geregeld via Sunny Cars en die had ik binnen 10 minuten, zodat ik een half uur na de landing al op weg kon naar een B&B L’Ambra in Alghero. Ook al geen probleem en om 20.15 schoof ik aan bij de tafel op het balkon van restaurant Nettuno uitkijkend over de haven bij een Hollands bevriend stel die de sms van die ochtend hadden gestuurd.
Natuurlijk even bij kletsen onder het genot van een halve liter Birra Ichnusa, die er in een mum van tijd doorheen ging, want ik stond aardig droog. Na nog een lekker glas rode wijn en een heerlijke pizza, richting B&B en van mijn nachtrust genieten. En zo kon het zijn dat ik de volgende morgen vroeg om half 8 ben begonnen aan dit verslag, terwijl de zon door de ramen piekt en de lucht lekker blauw is, oké hier en daar een wolk . We gaan zien wat de dag ons vandaag brengt.
Vrijdag 17 mei
Snel even boodschappen doen in de Conad om de hoek. Daarna een heerlijk ontbijt gegeten samen met een Australisch stel in het B&B. Croissant, brood met wat er op, jus en koffie, yoghurtje en verse kersen. Het ging er in als koek. Dan naar Alghero voor een ontmoeting met Eva en Ruud van Eva-Sardinië. Gezellig in het zonnetje een cappuccino drinken in de haven… even bij praten! Daarna de auto in voor een stevige rit. Eerst naar het noorden via Sassari richting CastelSardo. Het ritje door Sassari had ik toch beter niet kunnen doen en beter er omheen kunnen gaan, maar nu weet ik zeker dat ik niet meer naar deze stad terug hoef.
En dan verzeil je ineens op een smal pad de SP17 en rijd je door het prachtige groen van deze streek met op diverse plekken een woud aan windmolens. Het woei stevig en kennelijk wel vaker, niet dat je dat voelde in de auto, maar je zag het aan de bomen die nogal naar 1 kant uitgegroeid waren.
Goed, CastelSardo dus, die burcht maar eens van dichtbij bekeken en gefotografeerd. Een leuk stadje, waar ze nu een heel moderne piazza gemaakt hebben, dat doet wel vreemd aan in een stadje met allemaal gekleurde huizen en oude gebouwen.
Na CastelSardo via het binnenland naar Dorgali. Ik heb de bochten niet geteld, maar het waren er oneindig veel. Alsof je dus van
Arnhem naar Groningen rijdt over binnen wegen waarvan er niet een recht of vlak is. Per ongeluk kwam ik langs een foto, die ik zelf nog niet genomen had. Ik bedoel dus een rotsformatie die ik wel van foto’s kende maar nog nooit had gezien en zelfs niet wist waar die stond…..kwam ik er spontaan langs. Het gevaarte ‘ De olifant’ natuurlijk even van alle kanten gefotografeerd, nadat ik mijn beurt had afgewacht. Scandinavisch sprekende mensen wilden namelijk allemaal met de rots op de foto….
Het koudst op de autothermometer gemeten was 10.5 graden en het warmst 20.5, verder wat lichte regen onderweg, maar ook zon, dus van alles wat. In Dorgali nog even boodschappen gedaan, want je moet wel wat te knabbelen en te drinken hebben als je een wandeling wilt gaan maken van een uur of 5 -6 in de Gorropukloof. Maar die is voor morgen, nu hoefde ik alleen nog maar Rufigio Gorropu zien te vinden en dat bleek heel gemakkelijk.
Vanuit Dorgali voorbij de afslag naar Cala Gonone rechts af de diepte in en dan zie je het vanzelf. De lieve eigenaar sprak heel luid, vooral aan de telefoon, echt Italiaans en dat was ook het enige dat hij sprak, maar met handen en voeten kom je ook een heel eind. En inderdaad: ik stond in het grote (letterlijk!!) boek, dus ik mocht blijven. De man schonk een heerlijk koude Birra Ichnusa voor me in en begon ik aan het verslag van vandaag…
Of ik mee wilde eten, maar natuurlijk. Ik had geen puf meer om weg te gaan en wilde ook wel weten wat hier de pot schafte. Geen menukeuze of zo, nee laat je maar verrassen. Wel, het was een heerlijke stevig 4 gangen maaltijd met nog een lekkere Mirto als digestivo.
De gorropukloof is top!
Zaterdag 18 mei
Er moest stevig ontbeten worden, want vandaag een uurtje of 5-6 wandelen in de Gorropukloof. Vroeg uit de veren, dat was de patron ook. Om 6.00 uur hoorde ik al stemmen, was de wasmachine al aangezet. Gisterenavond stond hij nog tot laat in een enorme strijkmachine lakens te strijken en nu serveerde hij me nog voor 7-en een cappuccino. Een heerlijke ontbijttafel lonkt. Aangezien internet hier niet echt goed werkt, klap ik de klep van de laptop maar dicht om me over te geven aan in eerste instantie het ontbijt en in 2e instantie het weer en de natuur in deze prachtige omgeving.
De tocht viel mee, goed te lopen en de minimum duur van 1.30 uur overschreed ik met 10 minuten. Aan het begin van de kloof was een heuse ticket verkoop. Echter die ging pas om 10.30 uur open: 3 kwartier wachten, was niet erg, rustig gezeten in het zonnetje en de mooie natuur. Het waaide hard, daarom is de helm verplicht vertelde de ticketverkoopster die er inderdaad om 10.30 uur was en mij naast het ticket ook de helm overhandigde.
Het boek met de route en een paar mooie foto’s kwam nog even tevoorschijn, voornamelijk om uit te leggen wat je kon verwachten, binnen 15 -20 minuten – als je de rode stippen ten minste goed volgde –was je in het mooiste gedeelte met 500 meter hoge muren en een plantje dat nergens anders groeide en water dat naar beneden sijpelde en drinkbaar was. Je kunt nog verder, maar het werd dan steeds lastiger. Met deze kennis de kloof in. En inderdaad, het is een mooi stukje paradijs op aarde. Het laatste stuk (langste stuk) niet gedaan want daar had je een klimequipment voor nodig.
Rustig weer terug, de kloof uit en terugwandelen naar de auto, bijna anderhalve liter water verbruikt en wat energierijke voeding. De auto had ik geparkeerd bij het bruggetje over de Flumineddu. Die rivier zou je ook, als je erg avontuurlijk bent aangelegd kunnen volgen tot aan de koof alwaar hij voornamelijk ondergronds verder gaat.
Via het dal waar talloze kleine wijngaarden het lichtgroene karakter ervan bepaalden, terug naar de weg die naar Dorgali ging. Deze tocht kunnen we dus van het “to do lijstje” afstrepen met een goed gevoel.
Noordwaarts, langs Dorgali, langs de marmergroeve, langs Orosei en dan verderop rechtsaf even Capo Comino bekeken en een korte pauze ingelast bij de mooie rotsen en even terug het prachtige strand met eilandje er voor en de witte zandduinen.
Door weer naar Santa Lucia om even een ijsje te eten bij de 2e salon van links aan de zee… heerlijk! En dan melden voor een tent die ik een nacht had gehuurd (op een plek die nu niet meer bestaat)
NB: deze pagina helpt je om excursies en boottochtje al van te voren te boeken. Hoef je niet in de rij te staan en je weet dat je mee kan, want vol is vol:
Het blijft heel hard waaien
Zondag 19 mei
Het blijkt hard te waaien, aflandige wind. Ik wilde eigenlijk gaan zeilen op het strand nabij de uitgang van camping Selema. Daar bevindt zich een botenverhuur, maar die vonden het te hard waaien. Helaas, dan een wandeling in de omgeving en wat relaxen/werken.
Maandag 20 mei
Na een goed ontbijt vertrok ik om 9.00 uur richting Tortoli, om aldaar het binnenland in te gaan met als eerste doel Sadali. Een klein dorpje waar ook de ‘groene trein’ een station had, dat voor veel toeristen het einde van een tocht betekent om dan met een latere trein weer terug te reizen naar Arbatax. Een prachtige tocht moet dit zijn. Af en toe kruiste ik de rails. In Sadali was het nog erg rustig. Ik kwam daar tijdens het middaguur. Een vriendelijk oud dorpje dat inderdaad wel leuk is om een uurtje rond te banjeren.
Maar de tocht ging weer verder. De meeste voertuigen die ik op deze binnenwegen tegenkwam waren motoren. Erg veel motoren! In motorpakken, laarzen en handschoenen gehuld, scheerden zij soms plat op hun zijkantje de bochten van de vaak steile wegen. Ze waren er op gekleed en dat is heel verstandig. Grind of een onverwachte kuil dan wel een koe of schaap op de weg kan hele vervelende dingen veroorzaken en de beschermende kleding is dan wel een must. Opvallend veel Duitsers trouwens. Vakantie aldaar?
Het tweede “onderweg-reisdoel” was het Nuraghecomplex Su Nuraxi in Barumini, dat is een must see. En als je hier niks aan vindt, dan hoef je ook niet meer naar de andere nuraghi, want dit is een van de best geconserveerde van het eiland dat er zo’n 7000 telt. En als je op ‘Isola del Nuraghi’ bent geweest, dan moet je toch tenminste een keer “zo’n ding” hebben gezien.
De meeste zijn bouwvallen, vele hebben slechts 1 (afgebrokkelde) toren, maar er zijn ook Nuraghi die hele vestingen geworden zijn met een defensietoren en al. De rondleiding kreeg ik van een Italiaanse die geen Engels sprak, al zijn er ook gidsen die Engels spreken. Je kreeg in ieder geval een Engelse tekst mee, zodat je onderweg ook begreep wat je zag. Het kaartje was een trio-kaartje: deze archeologische vindplaats kon je er mee bezoeken, een museum in Barumini ‘Casa Zapata’ (dat deels over een oudheidkundige vindplaats is gebouwd) en een ander complex: Centro Culturale G. Lilliu. Volgens mij was dat deel gesloten en aangezien ik ook weer op tijd in Cagliari wilde zijn ben ik na deze rondleiding en enkele 10-tallen foto’s weer doorgegaan. Het complex in een lichte regen achterlatend, het zijn bijzondere bouwsels.
De hoofdstad Cagliari
Cagliari is echt een stad, dus drukte alom. Alle bezienswaardigheden liggen dicht bij elkaar en had ik eerder gezien. Zie daarom deze pagina. Lewisrooms had ik gereserveerd en die kamers lagen in een appartementencomplex net achter de Via Roma. Toplocatie dus, eigen parkeergelegenheid, wifi deed het en voor de rest blinkend schoon. Tijd om even een rondje te lopen en dan naar Cronga te gaan aan de Via Diaz om Marieke te ontmoeten. Een eettent in een delicatessenwinkel met vooral ook heel veel wijnen. Onze lekkere visgerechten werden tussen de flessen wijn opgediend. Na een leuk gesprek en het uitwisselen van wetenswaardigheden over Sardinië en de Sardijnen, even een avondtoertje gelopen. Veel restaurantjes zijn wel open, maar hebben slechts weinig bezoekers, misschien ligt het aan de maandagavond, het weer of het feit dat de toeristen en nog niet massaal zijn. Wat dat betreft kan Sardinië nog heel wat toeristen in het voorseizoen gebruiken.
Dinsdag 21 mei
Ontbijtje was niet uitgebreid, maar voldoende en kon worden genuttigd in een barretje om de hoek. Croissantje, sapje en koffie.
De auto maar weer in terwijl er grote regenwolken dreigend in de lucht hingen. Cagliari uit, richting Pula. Nog even een foto maken bij de Ichnusa bierbrouwerijen, waar duidelijk was dat ze opgekocht waren door Heineken. Het bord Heineken was bijna groter dan Ichnusa.
Voort langs de kust die alleen maar mooier werd, diverse torens oa die van Chia, klifachtige rotsen, strandjes en dorpjes wisselden elkaar af. Pula met z’n leuke pleintje moest het ontgelden met een zware regenbui toen ik er passeerde maar onder een stevige luifel was het toch lekker koffie drinken.
Ook nu weer veel motoren op de weg, en zo af en toe ook fietsers. Ik kwam een groep op Sant’Antioco tegen die uit de VS kwam en die al fietsend uit Alghero kwamen, die hadden al aardig wat km afgelegd. Over Sant’Antioco gesproken, dat was mijn volgende reisdoel. Het eiland vooral in het zuiden nog even bekeken zoals Capo Sperone, het meest zuidelijke puntje van Sant’Antioco. Dat is niet het meest zuidelijke puntje van Sardinië, want dat was ik een paar uurtjes eerder gepasseerd: Capo Teulado. De afspraak werd in Sant’Antioco stad geëffectueerd. Even babbelen over koetjes en kalfjes, Sardinië. Ik had voor mij B&B Le Terrazze Isola Di S. Antioco gereserveerd in Sant’Antioco stad, nabij het centrum en haven, lekker centraal. Uiterst vriendelijke mensen die nauwelijks Engels spraken, maar de gebarentaal is universeel. Mooie kamer, verzorgd gebouw en naar bleek een uitgebreid lekker ontbijt op een leuk terras.
Woensdag 22 mei
Ik besloot nog een dagje hier te blijven. Had al een tijdje niks aan mijn werk gedaan en dit verslag lag ook wat achter op schema. Bovendien had ik het idee om naar Carlo Forte te gaan. Dat is het stadje op een eiland San Pietro ten noorden van Sant’Antioco. De veerboot van 13.20 uur wilde ik nemen. Inderdaad wilde, want het woei zo hard en de donderwolken waren zo voorradig, dat ik hier maar van af zag. Terug op mijn wensenlijst dus.
Een wandeling hier maken, nog wat werken, een kop koffie halen. Vast een even kijken waar we morgen naar toegaan en waar we zullen overnachten. Dat moet in de buurt van Cuglieri worden, en na wat zoeken was ook die route bedacht. En dan eten in het door Monique aanbevolen pizza restaurant Il Covo. Het gebouw is niet zo aantrekkelijk, maar de pizza is ongelooflijk lekker, klopt! Trouwens, Sant’Antioco is de oudste stad en het oudst bewoonde gebied van Sardinië, en op het eiland San Pietro woonden oorspronkelijk geen Sardijnen, er heerst een meer Noord-Italiaanse sfeer.
Het suikerklontje
Donderdag 23 mei
Het zonnetje piepte tussen de gordijnen door, maar ik zag ook dat de palmtakken hard heen en weer gingen. Het woei heel hard! Eigenlijk net als gisteren, want eenmaal buiten zag ik ook dikke pakken grijze en zwarte wolken. Natuurlijk eerst een stevig ontbijt. De eigenaresse vriendelijk gedag gezegd en op naar het noorden. Zoveel mogelijk langs de kust. De zwarte wolken en regelsluiers hingen vooral boven de bergen. In Holland schijnt het nog slechter te zijn. Schrale troost. Veel schuimkoppen op het water en een soms wildkolkende of golvende zee. Levert wel mooie plaatjes op, hoewel het lastig is om je camera stil te houden. Waarvan dan allemaal plaatjes? Diverse mooie kliffen, capo’s, rotsformaties en dorpjes.
Portoscuso daar hoef je niet heen, dat is het Pernis van Sardinië, dat zie je al uit de verte aan alle pijpen en installaties. Maar verderop de SS126 de afslag naar Fontanamare, Nebida, Masau en Buggerru genomen. Al eerder hadden we met mooi weer foto’s van het ‘Suikerklontje’ genomen, maar nu kon ik dit rotsblok in zee zien met golven die zich kapot beukten op de kant. Dat was trouwens steeds het terugkerende onderwerp wat betreft foto’s en filmpjes maken: net die ene extra hoge golf fotograferen die zich kapot slaat op de rotsen.
Diverse mijnbouwwerktuigen en overwoekerde ruïnes uit de glorietijd van de mijnbouw kom je onderweg tegen, Buggerru is daar ook een voorbeeld van. Nog even naar Capo Pecora en dan het binnenland in naar Guspini, aldaar even een broodje eten en een cappuccino scoren. Prachtige weg! Nu via vlakke wegen naar Oristano. Dat je vlakbij Oristano komt merk je aan de stagni, zout of brakwatermeren, helaas geen flamingo’s, te koud zeker.
Oristano daar kun je gewoon recht doorheen, niets bijzonders en dan door naar de kust met de plaatjes Su Archittu en Santa Caterina di Pittinuri, die onder de gemeente Cuglieri vallen, dat een paar km verderop in het binnenland ligt, alwaar nu onheilspellend zwarte wolken hangen. Ik houd mij nog even staande bij de kust, de bijzondere lichtkleurige rotsen moeten inclusief de hoogste golf gefotografeerd worden. Die wind zeg. Moet gelijk nog even terug denken aan alle fietsers die ik heb gezien onderweg. Die keken met een gezicht “ik wist niet dat het hier zo steil kon zijn” terwijl ze met verwoede blikken hun kleinste versnellingen rondtrapten en dan ook nog die wind. Veel campers weer en natuurlijk ook weer de motorrijders.
Na een B&B, all inclusive kamperen, kamer in de stad enz. werd het nu toch eens tijd voor een verblijf bij een Agriturismo. Ik had er een gekozen via de website Agriturismu.it met de gelijknamige deelnaam van het dorpje: Santa Caterina di Pittinuri. Een farm, dat wel, maar met kamers en een soort huisjes. Ik ben benieuwd wat dit gaat brengen, want de meest gemakkelijke Engelse woorden begrepen ze niet. Gelukkig had ik me de meest eenvoudige woordjes Italiaans al eigen gemaakt. Una notta, una persona!
Een B&B mag maximaal 3 kamers hebben en moet de zelfde ingang hebben als waar de eigenaar woont. Een agriturismu moet een groot deel van zijn producten inzetten om de gasten te eten en drinken te geven. Het kan een heel simpel kamertje zijn en mee-eten wat de (seizoens-)pot schaft tot grote agriturismu die het 2e deel van het woord “turismu” hoger in het vaandel hebben dan de boerderij. Ze hebben meerdere kamers en appartementen of bungalows, camper of kampeerplaatsen. En vaak een keuze bij het eten dan wel een restaurant met een menukaart.
Deze agriturismu was zeker geen kleintje, maar was verder niet veel bijzonders. Goed eten, dat wel. Het diner bestond uit pasta, vlees met sla, kaas, een wit warm toetje met honing , mirto en dolce. Dit uitgebreide diner kreeg ik voorgeschoteld toen ik tegenover de patron van 89 jaar zat, samen met nog 4 Italianen uit Parma. Allen verstonden en spraken geen woord Engels, maar dan ook echt niets. Zij spraken over van alles, de politiek (ik hoorde Berlusconi regelmatig voorbij komen) de paus, de sport, (de patron bleek een verdienstelijk voetballer te zijn geweest) de omgeving, de andere reisdoelen enz. (plaats-)namen kon ik wel herkennen en enkele woorden. Het was erg leuk om een keertje mee te maken. De producten die avond gegeten kwamen van het eigen land, voor zover ik begreep, hoewel met 5 koeien weet ik niet of het vlees ook wel van hun boerderij kwam. Maar dat mocht de pret niet drukken.
Ik ben nog voor het eten weer even bij de rotsen gaan kijken, zien of ik de beroemde boog kon spotten, maar het was zo’n enorme wind – ik overdrijf met windkracht 7-8 niet – dat me staande houden op die kliffen en nauwe paadjes al een tour was. Daarnaast was ik er ook helemaal alleen, kon aan niemand iets vragen. Wel weer prachtige foto’s geschoten van de enorme golven die tegen de witachtige rotsen beukten. (Tijdens latere tochten over Sardinië hebben we de mooie boog van Archittu gespot, zeker de moeite waard!)
Vrijdag 24 mei
Uiteraard gewekt door: de haan (ipv de smartphone) Het ontbijt was sober maar voldoende: 2 potjes zelfgemaakte jam, brood en koffie uit een kan, samen eten met een groep Duitsers. Het was goed verzorgd. Als je dit soort onderkomens jouw ding is, dan is dit een aanrader, heel puur allemaal. Vind je een hotel meer een geschikt vakantieverblijf, dan is er aan de andere kant van de weg, boven op de klif uitkijkend over de zee en andere kliffen een leuk hotel: La Baja!
Het regent hier weer, maar dat is na het ontbijt opgehouden. Vandaag via Cuglieri naar Bosa. De reisspullen maar weer inpakken en afrekenen.
In Nederland is het 10 graden, de koudste meimaand ooit, met regen en wind. In Italië is het al niet veel beter. In de Giro zijn 2 etappes ingekort vanwege het slechte weer o.a. sneeuw en vandaag wordt de etappe zelfs in z’n geheel afgelast. En in Sardinië is het al niet veel beter. Richting de bergen begint het namelijk toch weer te regenen en de temperatuur zakt tot 9 graden. Dit is echt niet normaal. Cuglieri (spreek uit Koeljeri, net als Cagliari: Kaljari) gaat gehuld in een dikke wolkenpartij.
De kenmerkend grote chiesa bovenop de berg is nog net zichtbaar onder de wolken. De regen verhindert fatsoenlijk fotograferen. Een leuk stadje wel, maar uitstappen, nee dat doen we maar niet. Door naar Bosa: en zowaar de zon breekt door en de lucht wordt weer blauw, wow en dan is het ook gelijk over de 20 graden. Heerlijk. Het Castello bovenop met kruis had ik al een keer gezien en ik was er ook geweest. Nu bekeek ik het stadje lopend. Oud en modern door elkaar, het grote plein met de palmbomen en de terrasjes waar toch wat mensen gingen zitten, vooral veel Duisters en Italianen. Ook maar even een koffie scoren en wat happen.
Dan maar vast inchecken in mijn hotel en nog even naar het strand lopen. Het hotel staat namelijk precies tussen de oude stad en het strand in. Hoewel, het strand is toch iets verder weg, een kleine 20 minuten lopen. Je kunt er ook heen met de auto, er zijn daar veel parkeerplaatsen. Nu was het strand verlaten en de strandtenten waren bezig zich op te maken voor de warme zomer. Hier en daar kon je al wel van een drankje genieten. Het woei nog steeds hard, zodat het zand nogal op stoof, dus er zaten nauwelijks mensen. Wel stonden er hier en daar campers.
Hotel Mannu in Bosa is makkelijk te vinden en het inchecken was zo geregeld. Mooie niet al te grote kamer in mooie kleuren. De brombeer achter de receptie leek me de baas, die gaf nou niet echt het goede voorbeeld, maar de rest van het personeel was zeer vriendelijk.
De stad in, en nadat ik nagenoeg alle straatjes had doorlopen en een uurtje een terras had bezocht in zon(!) was het tijd voor de laatste ontmoeting: Naomi en Luca op een terrasje vlakbij het historisch centrum en de rivier. Een speciaal donkergeel kleurig drankje dat alleen hier gemaakt werd met de naam ‘Malvasia de Bosa’, werd er geserveerd. Leuk dit geproefd te hebben, maar het behoort niet tot mijn favorieten. Naomi vertelde over wat ze hier zoal doen aan begeleiding van de klanten. Zij woont hier ook en ontvangt hen meestal persoonlijk. Verder vertelden ze ook veel over de muziek van het eiland, de werkgelegenheid die er eigenlijk niet is. Immers alle baantjes gaan of naar familie of naar vriendjes en dan blijft er weinig tot niks over voor “vreemden”. Naomi en Luca zijn inmiddels naar Nederland verhuisd.
De laatste uren had de zon kennelijk flink geschenen, want er was toch nog iets van een roodachtige gloed op mijn huid verschenen. Dan m’n bed maar in, morgen naar Alghero en het vliegveld.
Zaterdag 25 mei
Uiteraard eerst een lekker en goed verzorgd ontbijt. Dan alle overbodige spullen weggooien, de reisspullen efficiënt inpakken en de auto in. Dat wil zeggen, eerst nog weer even aan dit ‘reisverslag Sardinië mei’ gewerkt, het regende namelijk nog. Maar terwijl ik typ komt het zonnetje alweer tevoorschijn!
De kustweg van Bosa naar Alghero is een van de mooiste van het eiland (SP105). Al snel doemt Capo Caccia in de verte op. Echter ik kies er voor om eens een andere weg te nemen, halverwege ga ik een weggetje in dat naar een Nuraghe complex moet leiden. De bergen werden hoger, de temperatuur lager en overal bloemen, vooral de gele brem was massaal aanwezig. Aangekomen bij het Nuraghe complex, was er een hek met 3 honden ervoor en verder geen spoor van andere levende wezens. Ik heb het niet aangedurfd langs de honden door het hek te gaan en de Nuraghe te bekijken. Doorrijden dus en zo kom ik via een andere mooie weg in Alghero en is mijn reis ‘rond’.
Een laatste bezoek aan Alghero en dan weer naar huis vliegen. Ik besluit nog even naar Capo Caccia te gaan. In Alghero regent het namelijk weer eens en onder een terras-heater een cappuccino drinken daar ben je ook gauw klaar mee. Nog even langs Milese (wereldberoemd in Alghero) gelopen om een heerlijke foccacia met tonijn mee te nemen en dan de weg op naar Capo Caccia, de zon tegemoet.
In de gauwigheid nog gezien dat er vlak voor de weg naar het vliegveld bij Fertilia nog een tankstation is en dan nog even een kleine picknick bij het panorama deel van de kaap. Goed voor een bus Duitsers die daar een bruisend wijntje dronken en een Nederlands stel op een gehuurde scooter en nog wat huurauto’s met toeristen die met de meest uiteenlopende camera’s allemaal het zelfde plaatje maakten.
Dat smaakte, die foccaccia tonijn en aangezien om 15.10 uur mijn vliegtuig vertrok was het tijd om naar het vliegveld te gaan. Tanken, autosleutel in leveren, op zoek naar de gate B1 en dan het vliegtuig in , kleine vertraging en dan gaan we de lucht in. Langs Corsica dat ik tussen de wolken nog zag liggen, maar daarna vooral veel wit onder me.
Het was een mooie reis waarin ik mijn beeld over Sardinië weer verder heb ontwikkeld. Mede dankzij de gesprekken met de Nederlanders aldaar.
Accommodaties Reisverslag Sardinië mei
Tijdens deze mei-reis is de keuze gevallen op: kleinschalige B&B’s, Agriturismo, rifugio’s ed. Geen grote hotels, maar juist klein om meer nog van het land te leren kennen via persoonlijke contacten, geserveerde maaltijden en Sardijnse gewoonten. Andere accommodaties vind je hier.
L’Ambra – Alghero
Een B&B waarvan je er heel veel hebt in grote steden, tot in de kleinste dorpjes. Let op de letters B&B. Sommige, zoals deze zijn boekbaar via Booking.com
Kernwoorden: Netjes, schoon, vriendelijk, goed ontbijt, wifi, loopafstand centrum
Rufigio Gorropu – Dorgali
Even voorbij de afslag naar Cala Gonone. Rechtsaf naar beneden, onderweg naar de gelijknamige kloof. Kamers en soort appartementen. ’s Avonds ook meegegeten met andere gasten. Uitvalsbasis voor o.a. veel mooie natuur, Cala Gonone, Golo Gorropu, Nuraghe Tiscali
Kernwoorden: Netjes, schoon, vriendelijk, goed ontbijt, matige wifi,
LewisRooms – Cagliari
Midden in stad gelegen kamerverhuur, vlak achter Via Roma, dus alle bezienswaardigheden op loopafstand. Eigen parkeergelegenheid voor 8 euro
Kernwoorden: Netjes, schoon, vriendelijk, klein ontbijt in nabij gelegen bar, goede wifi,
B&B Le Terrazze Isola Di S. Antioco
Makkelijk aan te rijden B&B vlakbij haven en centrum.
Kernwoorden: Netjes, schoon, vriendelijk, goed ontbijt, redelijke wifi,
Agriturismu Pittinuri – Santa Caterina di Pittinuri
Makkelijk aan te rijden vlakbij de kust.
Kernwoorden: Netjes, schoon (behalve wat weerplekken in de douche), vriendelijk, redelijk ontbijt, geen wifi, geen Engels, ’s avonds kun je mee-eten wat de pot schaft, boerderij
Hotel Mannu – Bosa
Op loopafstand van zowel kust als centrum dit hotelletje geboekt via booking.com
Kernwoorden: Netjes, schoon, vriendelijk personeel (behalve de receptionist), goed ontbijt, goede wifi in de lounge,