Dit reisverslag Sardinië zomer is een verslag van een kampeerrondreis op het eiland in 2015. Elk jaar checken we of de informatie nog klopt, zodat jullie zelf ook deze reis kunnen maken. Het kan ook zijn dat je zegt, kamperen hoeft niet voor mij, liever een accommodatie! Dat kan natuurlijk ook, want die zijn er ook in alle soorten en maten.
De teller stond op 7559 km toen we uit Den Haag vertrokken voor onze kampeerrondreis op Sardinië. Altijd leuk om te weten hoeveel km/tijd je nu weer door hebt gebracht in je auto. Rond 12.00 uur vertrokken we. Je kunt ook om 4.00 uur ’s morgens vertrekken en dan die zelfde dag nog de nachtboot nemen, maar als het ergens tegen zit wordt het stressen om de 1275 km op tijd af te leggen. De veerboot wacht niet. Wij doen het dus met een tussenstop. Ditmaal in het Seehotel in Hemsbach. Een goedkoop en enigszins ‘verlopen’ geval, maar de kamer was netjes en het ontbijt redelijk.
Naar de veerboot
Gedoucht en goed uitgerust de 760 km naar Genua aangevangen. De boot van MobyLines hadden we net als het hotel al in het begin van het jaar gereserveerd. Met het tonen van de uitgeprinte e-mails (of op je mobiel) hoef je dan nauwelijks lastige vragen te beantwoorden. De keuze is dit jaar gevallen op de Gotthardpass ipv de tunnel. We hebben tijd zat en het is een mooie route. De afrit wordt (vlak voordat de file begint) goed aangegeven en 7 graden kouder (12 C), 20 minuten later en 18 km verder zijn we boven. Niet alleen een prachtige rit, maar nu boven ook een magnifiek uitzicht. Je kunt de restanten eeuwige sneeuw die er soms nog liggen in de vroege zomer aanraken als je dat wilt, of een kopje koffie drinken.
Het is druk boven. De weg (16 km) naar beneden gaat vlot (ook 20 minuten) en zonder benzine Hier rijden we de warmte weer in van 21 graden en gaan gestaag richting Genua al waar we te vroeg aankomen. Een parkeerplaatsje gezocht en even door een deel van de stad gebanjerd en wat gegeten. De haven in, langs de loketten, druk zwaaiende beambten en wij zwaaien vrolijk met onze e-mail totdat we op het embargo “plein” zijn. We hebben de benodigde stickers en om half 9 kunnen we de Moby Freedom op. Nadat we onze tassen in “onze hut” hebben gebracht gaan we naar het dek, genieten van de zomeravondzon, een lekker Sardijns Ichnusa biertje, totdat we om exact 22.00 uur losgegooid worden en we richting Sardinië vertrekken. We kunnen nog een tijdje de kustlijn zien met de lichtjes nu aan. Het volgende licht zal de ochtendzon zijn als we opstaan.

Tijdens één van onze eerdere bezoeken aan Sardinië voeren we naar Porto Torres en zagen we de zon opkomen achter de bergen van Corsica ter hoogte van Ajaccio. Nu komen we aan in Olbia en beschijnt de zon eerst de kust van Corsica en vervolgens de Maddalena Archipel alvorens wij de baai naar Olbia in draaien. Na nog enig kunst en vliegwerk is de boot aangemeerd en kunnen we met de stroom mee de boot af richting onze eerste bestemming: Camping Arzachena in Cannigione. We hebben diverse campings in die buurt gezien, maar of te groot, of te lastig te bereiken of gewoon niet naar onze zin.
Kortom we kwamen hier uit. Net iets onder Cannigione. Mooi om de Maddalena Archipel met een Zodiac rond te varen en Capo D’ Orso te zien. Je kunt op diverse plekken zo’n boot huren, maar de prijzen variëren nogal: 200 – 300 euro voor een dag excl benzine. Maar dan heb je ook wat. 7 personen in de boot gaat prima en toeren maar. Lekker picknicken onderweg, snorkelen en zwemmen. Onderweg zie je ook Capo d’Orso (grote bijzondere rotsformatie die lijkt op een beer) liggen en als je goed kijkt zie je er de mensen staan. Je kunt ook met de veerboot oversteken naar het grootste eiland Maddalena. Dat hebben we deze reis niet gedaan. ‘s Avonds op de camping blij verrast dat we niet te dicht bij de karaoke stonden. De versterkers stonden op maximaal. Deze camping ligt niet direct aan het strand. Daarvoor ben je aangewezen op diverse strandjes in de buurt. Prima te doen, maar wel altijd even met de auto (of fiets).
Bijna elke camping zijn we van plan om 2 nachten te blijven en dan weer door te gaan. Dus Porto Cervo ‘het rijkelui’s dorp’ van de Costa Smeralda zien wij op weg naar de volgende camping. Indrukwekkende boten met indrukwekkende auto’s er voor op het parkeerterrein beveiligd door even

indrukwekkende schouderpartijen. Kaaimaneilanden, jaja. Gauw weg wezen hier. Leuk voor een keertje, maar we willen naar het strand.
Op het lijstje stond camping Selema bij St. Lucia. Direct aan de kust, noordelijk van Dorgali en Orosei. Kamperen onder de pijnbomen. Zowaar een paar spetters regen, maar ’s middags weer de zon. Prima temperatuur voor op het strand en dat deden we dan ook. Mooie witte stranden, hier en daar snorkelplekken en natuurlijk helder blauw water. Van Olbia naar St. Lucia hebben we zoveel mogelijk de kustweg gevolgd. Mooi helder blauw water afgewisseld met dorpjes die gericht zijn op de toeristen. Voor de kust nog diverse eilanden zoals Tavolara (Tafelberg) alwaar je ook weer met een boot naar toe kan gaan. Zuidelijk van Selema is de kust ook erg mooi en grillig. Baaitjes en rotsen met grotten er in uitsluitend via zee te bereiken. Niet gedaan zo’n boottochtje, maar dat kan bijvoorbeeld vanuit Orosei en Cala Ganone. Wij bewaren dat voor de volgende keer.

Cala Ganone is sowieso leuk om te doen. Haventje om boten te huren of met de rondvaart mee te gaan bekijken. Onderweg naar het zuiden zijn we even van de SS125 afgeweken om door de berg (tunnel!) naar beneden te rijden. Veel haarspeldbochten later zaten we op een terrasje te kijken hoe er onderhandeld werd over de prijzen van de bootjes. De meeste toeristen verdwenen al gauw in een door aan hen verhuurde boot. Er is hier een camping: leuk voor een paar dagen. Er zijn ook nog een paar archeologische vondsten te bekijken dus je zult je niet vervelen. Er is immers ook nog een strand.
Via mooie bergachtige wegen en langs marmergroeven gaan we weer door naar de volgende camping. Camping Orri of Cigno Bianco zou het wellicht kunnen worden. Maar die naast elkaar liggende campings hebben we wel even bekeken, maar toch niet gedaan omdat we van tevoren camping Ultima Spiaggia op het oog hadden. Even wat km’s verderop (ten zuiden van) de Torre di Bari Sardo zagen we het bordje van Camping Ultima Spiagga. Die had én internet toegang én een heerlijk strand én een heel leuk zwembad én mooie vrije plaatsen onder karaat- pijn- en eucalyptusbomen. Van hieruit konden we deze omgeving eens even bekijken. Er is hier zeer veel te zien en te bekijken. We noemen er een paar….. bezoek aan:
- het Gennargentugebergte. Bezoeken aan wat dorpjes in de omgeving leert dat je dat niet echt hoeft te doen voor de gezellige pleintjes met terrasjes. Het gaat meer om de mooie natuur. De hoogste top van het Gennergentugebergte is de Pta. la Marmora met 1834 meter.
-
Grotta Su Marmuri Grotta Su Marmuri. De grootste grotten van Sardinië met druipstenen van wel 12 meter. Neem wel een trui mee: slechts 10 graden het hele jaar door!
- ‘Scala di San Giorgio di Osini’, Daar waar het hooggebergte overgaat in bergachtige gebied. Enorme rotswanden die hier oprijzen en waar je kunt stoppen om een klim te maken, rond te wandelen en te genieten, genieten van uitzichten en van mooie natuur…
- De Il Trenino Verde Della Sardegna rijdt over een smal spoor in de zomer niet zo gek ver van deze kloof als hij het toeristische ritje maakt tussen : Arbatax en Mandas.
- Nuraghe di Sceri: een nuraghe die nog netjes onderhouden er bij staat. Tevens met een Domus de Janas.
Discipline
Om zo’n rondreis te maken moet je wel wat discipline hebben, merken we, want we kunnen a. niet alles zien en b. willen we soms eigenlijk gewoon nog een dagje blijven. Maar goed we hebben dit nu in ons hoofd dus is ons volgend goal: De Costa Rei (Koningskust). Het wordt camping Le Dune. Inderdaad wat duinen, maar ook weer een zwembad. Mooi achterland ook, met natuurlijk een bezoekje aan Villasimius, een leuk toeristisch stadje. Diverse soorten strandjes, flamingo’s, baaitjes, lange stranden, kapen Capo Ferrato en Capo Carbonara waar we ook volop van genieten.
We rijden weer verder en komen langs Cagliari (spreek uit Kaljari) de hoofdstad van Sardinië, nou ja langs. We gaan er door heen, parkeren er een anderhalf uur de auto en lopen dus over de Via Roma, drinken een lekkere cappucino en gaan dan weer verder. (We zijn al eens eerder in Cagliari geweest, tip: rondritje met de toeristenbus: ben je gelijk helemaal bij!) We nemen de kustweg ipv de grote weg via Iglesias. In Pula eten we op het pleintje een lekkere pizza en bij Efisa kijken we nog even of het kerkje van St. Efisio er nog staat. Natuurlijk.

Diverse toeristen fotograferen dit lelijke ding van alle kanten. Hier worden het beeld van St.Efisio naar toegebracht in een mooie processie vanuit Cagliari begin mei. Wij hebben er al foto’s van dus stappen we weer in de auto en gaan op weg naar het eiland St. Antioco. De keuze is hier Camping Saline of Tonnara.
Bij Saline (vlakbij Calasetta) is het reuze druk, betaald parkeren om naar de spiagga te gaan, terwijl er op dit eiland (verbonden met een brug) juist ook zoveel kleinere baaitjes zijn. Goed, ieder zo zijn meug. De camping Saline maakt een vergane glorie indruk en dus we rijden door en bij Cala Sapone vinden we camping Tonnara. Zwembad, market, tennisbaan, beperkte animatie, d’r is weer van alles. Nog niet veel Nederlanders gezien onderweg, maar hier zitten er een paar.
Er zijn diverse archeologische bezienswaardigheden te bekijken. Ook direct in de naburige omgeving oa. een Tombe Gigantica en Nuraghe overblijfselen en een raadselachtige vijver – met water dus – midden in een zeer dor landschap. Archeologisch is er dus best wel wat te doen. Oh en niet alleen archeologie hoor, delen van de kustlijn zijn zo fantastisch mooi, want er zijn de strandjes, torens en het gezellige Calasetta dat in de zomer een toeristisch oord is. Je kunt hier oa ook naar het noordelijker gelegen Isola di St. Pietro overvaren. Een aanrader volegns kenners, wij hadden er geen tijd meer voor. Voor de liefhebbers kan ik nog melden dat de wijn uit Calasetta een prijs heeft gewonnen met de beste wijn van Italië.
Bella campings
En dan is het weer tijd voor de volgende “Bella” camping. En de camping doet haar naam eer aan: Bella Sardinia nabij Cuglieri. Vrije plaatsen onder de dennen. Heerlijke lucht. Er is ook weer veel te doen hier. Niet alleen kamperen. Nog niet eerder gezien, maar hier hadden ze midget golf. De enige die we het hebben zien doen was een …. juist, een Nederlands gezin. Dus die baan ligt er niet voor niets. Voor het echte golfen zagen we een aantal km voordat we hier aan kwamen een enorm Golf Resort liggen. Dus clubs mee. (of kan je die ook huren?) Prima strand ook bij deze camping, tevens ook een tennisbaan, zwembad en luchtkussens (waar niemand op zat want dat plastic brandde gaten in armen en benen).
Mocht deze camping om welke reden dan ook niet bevallen. Er zijn nog 2 buurcampings. Camping Nurapolis vinden we ook wel goed er uit zien. Tot half juli is er op heel Sardinië meer dan zat plaats. Na half juli kan het wel eens wat drukker zijn. De toeristische piek op Sardinië is heel kort. Van 20 juli – 30 augustus.

Als je hier bent dan ontkom je niet aan Tharros, de zoutvlakten en de flamingo’s. Althans daar is dit gebied oa bekend om. Nuraghi vind je over heel Sardinië en dus ook hier. Flamingo’s zijn hier wel, maar bij Cagliari hebben we er meer gespot. De zoutvlaktes zijn inderdaad fraai en van Tharros moet je houden. De één is idolaat van dit stukje blootgelegde historie en de ander kan nauwelijks warm lopen voor deze archeologische vindplaats. Met dat warm lopen valt het wel mee, zonder dat je liep was het al 34 graden. Vind je het interessant dan raden we je deze site aan: tharros.info Je kunt ook noordelijk rijden naar een leuk plaatsje Bosa. Mooi tochtje ook via oa. Cuglieri. Overigens kun je Bosa ook makkelijk bereiken als je in Alghero “logeert”.
Over Alghero gesproken: dat is onze volgende stop. We rijden via de weg (SP292 en de SP105 met duizend bochten langs de zee naar het Noorden. We komen uiteraard langs de krijtachtige rotsen net voor Cuglieri met de beroemde boog van Archittu. Even een kopje cappuccino in het gezellige stadje Bosa en dan weer verder. Capo Caccia doemt al in de verte op en even later rijden we het drukke Alghero binnen.
Met een beetje geduld bekijken we stadscamping Mariposa, maar dat is niets voor ons. Als we langs Laguna Blu rijden krijgen we ook niet de kriebels, rest ons in deze buurt camping Torre del Porticciolo, genoemd naar de nabij gelegen toren. En dat is precies wat we zoeken. We zijn het rijden een beetje zat en duiken gelijk het zwembadje in. Heerlijk afkoelen.
De volgende dag rijden we naar Capo Caccia en gaan ook de Grotto di Nettuno bekijken, daarvoor lopen we meer dan 600 treden naar beneden en later ook weer op. Het is een drukte van jewelste in de grot. Daarna rijden we nog even naar het mijnbouwstadje Argentiera. Nog verder door rijden naar Stintino… nee, daar hadden we geen zin meer in. Doen we de volgende keer en wellicht varen we dan over naar het eiland Asinara. We gaan terug naar de camping en maken ons op voor een lekkere duik in de zee. De camping ligt aan een baai. Links en rechts de mogelijkheid om te snorkelen. ‘s Avonds nog even het avondleven bewonderen in Alghero. Dat begint hier pas na 21.00 uur. En dan is het ook heel gezellig druk! Schijnwerpers die de oude gebouwen beschijnen, haven, muziek, eten en drinken… gezellig dus.
We hebben Alghero weer vroeg achter ons gelaten en rijden het binnenland in om over te steken naar de Noordkust. Camping La Foce is hier ons doel. We rijden onder Sassari door (schijnt niet echt bijzonder te zijn) richting het dorpje Codrongiános . Daar ontmoeten we de Nederlandse Nina die ons het een en ander over deze streek vertelde, de gewoontes van de Sardijnen en wat zij daar voor een werk deden.

Zij tipte de kerk Trinité di Saccárgia die we toch ook even moesten zien. Dus dat deden we dan ook na ons gesprekje met deze gezellige half Sardijnse. Inderdaad een mooi en oud geval, die kerk dan. Jammer dat er niet een gezellig terrasje was, zodat je daar nog een beetje na kunt keuvelen over wat er te zien is, zoals de contrast rijke windmolens die je mogelijk op je foto’s ontwaart, die op de achtergrond staan. We arriveren bij de kust nadat we de bordjes CastelSardo zijn gevolgd. Een leuk toeristisch stadje met een citadel achtig castellum. Lekker glaasje prik met ijsklontjes en weer verder.
Op naar Valledoria alwaar we camping La Foce op gaan. Althans dat willen we, maar alles is “closed”. We lopen de camping op en besluiten om verder te gaan. Niet dat het niet leuk is hier. Maar het is nu niet de camping die in onze top 5 zal komen. We rijden door, langs de kust en besluiten om bij Isola Rossa toch even richting kust te gaan. Tja. Wat roodachtige rotsen, mooi, maar het eilandje zelf was eigenlijk minder rood dan de kust waar het voor lag. Goed voor een kiek en weer door. Hoewel: als je gek bent op zwembaden en met name glijbanen. Dan is daar een waterpark Aqua Fantasia!
We komen vrij laat al weer op camping Baia Blu La Turtuga aan. Een mega camping voor de laatste stek. Heerlijk strand, alles heel luxueus, zelfs de douches en toiletten. Lekkere douche gepakt en een heerlijke Ichnusa bier en Alghero Rose gedronken. (Kamperen? ’s Morgens stond er een veegploeg enkele blaadjes/naalden van bomen van een prachtig geplaveid wegdek af te vegen. Vandaar dat het boven de gemiddelde prijs was. Voor ons mag een camping meer camping zijn.)
We doen wat rustig aan en brengen eigenlijk alleen “even” een bezoekje aan het “hooggebergte” in de buurt namelijk Monte Limbara met als hoogtepunt: 1360 m. (hoogste punt Noordelijk Sardinië) Een mooie echte bergweg met prachtig bloeiende mimosa bracht ons naar de top: een Mariabeeld, zendmasten en uitzicht op Bonifacio (Corsica). We merken wel op dat het toerisme op gang begint te komen, waren in het begin van deze rondreis de campings half leeg, naar mate de tijd vordert zien we steeds meer onbezette plekken. Hoewel op de plekken achteraf altijd wel plek lijkt/schijnt te zijn. Reserveren is niet echt nodig en kan ook heel vaak niet.
Corsica
We hebben hier nog 2 dagen alvorens we bij St. Teresa Galura moeten oversteken naar Corsica en om ons daar bij onze (buitenlandse) vrienden te vervoegen op camping Arinella Bianca. Hebben jullie dat ook, zo’n camping waar je altijd weer even naar terug gaat en het liefst dat je (aldaar opgedane) vrienden dat ook doen. Gewoon lekker voor de lol, de saamhorigheid en de ontspanning. Na zo’n druk program van de afgelopen 14 dagen waren we er wel aan toe. Het was MOOI op Sardinië en we kijken er al weer naar uit, om de volgende keer de dingen te doen die we niet hebben kunnen doen! Rest ons nog te melden dat de teller van de auto nu op 11193 staat en we nog naar huis moeten: + 1275 km
Deze reis heeft dus 4909 auto-km opgeleverd inclusief de bezoekjes aan de diverse mooie plekjes.
Tot slot:
Seehotel Hemsbach Duitsland, klein 6-je.
Nachtboot MobyLines via Genua, alternatieven vind je op Sardinie-veerdiensten.nl.
De bezochte campings in ons reisverslag Sardinië zomer:
- Camping Ultima Spiagga nabij Barisardo
- Camping Selema bij St. Lucia
- Camping Torre del Porticciolo nabij Alghero
- Camping Tonnara op Sant Antioco
- Camping Le Dune aan de Costa Rei (gesloten?)
- Camping Bella Sardinia nabij Cuglieri
- Camping Arzachena in Cannigione
- Camping Baia Blu la Turtuga bij Aglientu
Op onze latere campingtochten hebben we nog veel meer campings aangedaan. Ervaringen op deze en andere campings vind je op sardinie-info.nl Van bovengenoemde campings hebben we op Bella Sardinia, Torre del Porticciolo en Selema meerdere keren overnacht. Ook de in het reisverslag Sardinië genoemde campings waar wij deze keer toch niet zijn geweest hebben we bijna allemaal al een keer “gehad”. Ik noem Orri, Nurapolis, Laguna Blu, Mariposa en vergane glorie camping Saline.